Céline Hinnekens sleepte voor haar doctoraatsstudie als ­klinisch psychologe 150 Vlaamse koppels van 18 tot 76 jaar voor de camera. De koppels mochten gedurende twaalf minuten een discussie naar keuze uitvechten. Toppers waren geld, huishoudelijke taakjes, de balans tussen werk en privéleven en de ­opvoeding van de kinderen. Achteraf bekeken de koppels de opnames en probeerden ze te achterhalen wat hun partner op verschillende momenten precies dacht.

De resultaten zijn ­verbluffend, amper twintig procent van wat onze partner voelt en denkt, schatten we juist in. Dit terwijl ze meestal wél het gevoel hadden hun partner juist te kunnen inschatten! Hinnekes is niet zo verbaasd. ‘Internationaal ­onderzoek toont gelijkaardige cijfers. Opvallend is dat bijvoorbeeld de Amerikanen voluit durven te ruziën, terwijl de Vlaamse koppels zich veel gereserveerder opstellen. Ze kiezen voor veilige discussies, veel minder over ontrouw en seks.

Vrouwen begrijpen mannen níét beter dan andersom. Integendeel, tijdens discussies schatten vrouwen de gedachten van hun partner te negatief in. Vrouwen denken dat hun partner meer negatieve gedachten heeft dan werkelijk het geval is. ‘Hij is niet geïnteresseerd, hij luistert niet, hij doet geen moeite om mij te begrijpen’ zijn typische vrouwengedachten, die in het onderzoek voorkwamen.

Moeite doen is belangrijker dan het begrip zelf. Echte inspanningen willen en blijven doen is essentieel. Vandaar dat koppels in een prille relatie beter scoren dan ervaren koppels. Zeventigers doen het zeker niet beter dan achtienjarigen. Het zit hem niet in de leeftijd, maar in de motivatie. Na twee jaar daalt de motivatie om onze partner te doorgronden. We worden luier en schakelen over op automatische gedachten zoals “ik ken hem toch door en door” en “ik weet wel wat mijn partner denkt”.’

Hoe meer je je begrepen voelt, hoe tevredener over de relatie. Maar het is niet omdat je partner je gevoelens goed kan inschatten, dat jij je ook echt begrepen voelt. Elkaar begrijpen is niet genoeg, je moet ook iets doen met dat begrip. Lieve gebaren, zoals de juiste vragen stellen en moeite doen, zijn veel belangrijker in een relatie dan het begrip zelf.

Om mee te doen aan het onderzoek moesten de koppels minstens één jaar samen zijn en samen wonen. De topscore was een koppel dat elkaar voor 45 procent juist inschatte! Hinnekens en haar vriend, die meededen aan het onderzoek, waren gebuisd. ‘Ik was tijdens de discussie te hard op mijn eigen gedachten gefocust en niet op die van mijn vriend.’

Voorbeeldjes:

– Wat hij écht denkt: ‘Ze heeft gelijk, maar ze moet het eens van mijn kant bekijken.’
Wat hij volgens haar denkt: ‘Daar gaan we weer, het gezaag over het werk en het onbegrip over de impact dat dat heeft op mijn humeur.’
‘Ze weet goed genoeg wat ik bedoel.’
Wat hij volgens haar denkt: ‘Ik wil dat het hier stopt. Ik ben het eigenlijk beu.’

Wat zij écht denkt: ‘Dat komt ­inderdaad wel allemaal in orde, we vinden wel een manier.’
Wat zij volgens hem denkt: ‘Hij zal wel wat minder werken als hij voelt dat ik het ambetant vind.’
‘Oei, die vakantie zal dan ook nog een probleem kunnen vormen. Ik studeer nog en heb heel veel verlof maar hij kan waarschijnlijk niet zoveel vakantie opnemen. Wat zij volgens hem denkt: ‘Waarom wil hij zoveel werken? Is het niet leuker ­gewoon samen thuis te zijn.’

Deel: